Een van de kernwaarden van Welshop is innovatie. Mooi gezegd natuurlijk maar hoe ziet die innovatie eruit en waar leidt die innovatie toe? Hoe kunnen we het huidige zorglandschap verbeteren zodat de klant hier voordeel van heeft? We stelden deze vragen aan Ger Thijssen, manager Welshop en Joris Hendrickx, geneesheer-directeur van partneraanbieder GGzE. Uit hun verhaal blijkt onder meer dat modulair behandelen een innovatie is waar Welshop in gelooft en de koplopersrol pakt.
In de spreekkamer. Daar moet het gebeuren.
Innovatie en inspiratie vormen de basis voor Welshop
Ger: ‘Welshop ontstond in 2016 in het Innovatielab van de GGzE. In dit lab bedenken cliënten en behandelaren samen oplossingen, bijvoorbeeld voor de wachtlijstproblematiek in de GGZ. De oplossing hiervoor moet bovendien eigen regie, kwalitatief goede én passende zorg voor de cliënt bieden.
Welshop biedt 100% online zorg, wat toen nog niet erg standaard was. We kozen voor online omdat we hierdoor de capaciteit van het zorgaanbod in Nederland met elkaar kunnen verbinden. Zodat we wachtlijsten oplossen.
Daarnaast kunnen mensen via het platform zelf een zorgaanbieder kiezen. Dit is ook een vernieuwing in het GGZ-landschap. Tevens zijn op het platform behandelingen van de GGzE maar ook van andere partners te vinden. En dat was weer iets innovatiefs. Er was in Nederland namelijk nog geen platform waarin aanbieders, eigenlijk concurrenten, gingen samenwerken en samen willen leren om goede online zorg te bieden. Door deze basis sloot een bepaald type organisatie aan: alle partners hebben een pioniersmentaliteit. En we inspireren elkaar om het ecosysteem binnen de zorg te verbeteren zodat de klant er beter van wordt.’
Het ecosysteem van de zorg
De zorgmarkt heeft een ecosysteem dat bestaat uit zorgverzekeraars, huisartsen en zorgaanbieders. Al die partijen moeten goed samenwerken in dienst van de cliënt. Het streven van dat systeem is dat de cliënt zo goed mogelijke, tijdige en juiste zorg kan gebruiken. Maar dat is een behoorlijke uitdaging. Verzekeraars letten op kwaliteit en betaalbaarheid, huisartsen hebben binnen hun medische taak ook een poortwachtersfunctie en van GGZ-aanbieders verwachten we dat ze diagnosegericht en efficiënt werken.
Innoveren binnen het ecosysteem
Het ecosysteem is complex. En dat maakt het, zeker bij innovaties, een uitdaging om alle partijen goed mee te nemen. Tegelijk is dat wel een voorwaarde om je innovatie te laten slagen. Daarom is het van belang dat zorgverzekeraars focus aanbrengen. Door te laten zien wat ze belangrijk vinden en daar ook in investeren. En die focus helpt ook om de huisartsen te informeren, mee te nemen en te overtuigen. Zodat zij hun cliënten weer informeren en meenemen in de spreekkamer. Daar moet het gebeuren. Want zorgaanbieders zitten niet verlegen om cliënten; die komen toch wel. Het belang om te innoveren is daar dus niet zo groot. Bovendien ze hebben het al druk genoeg. Maar als het in het belang van de cliënt is, vormt dat vaak wel een stimulans. Want dat is uiteindelijk dé reden waarom mensen in de zorg werken.
Meerdere diagnoses p.p. past niet
Geneesheer-directeur van de GGzE, Joris Hendrickx , vindt innovatie belangrijk: ‘Hoe kunnen we constant werken aan een hogere kwaliteit? Want, klanten hebben weinig zicht op de mogelijkheden tot (online) innovatie. Maar ze hebben wel last van de wachtrij in de GGZ. Als je kijkt naar hoe we de zorg nu georganiseerd hebben, blijft de klant van de ene zorgeenheid naar de andere zorgeenheid gaan.
Dit is een resultaat van de diagnosegerichte organisatie- en financieringsstructuren (het DBC[1]-systeem). En dit levert, zeker voor mensen die op meerdere gebieden hulpvragen hebben (co-morbiditeit), een minder goede behandeling op.
Het probleem is dat we iedereen een behandelaanbod bieden dat zich richt op de hoofdstoornis. Natuurlijk pakken de multidisciplinaire teams van een zorgaanbieder meerdere elementen aan maar het complete zorgaanbod kan maar door één eenheid tegelijk uitgevoerd worden.
Terwijl het in veel gevallen beter is wanneer bepaalde onderdelen van de behandeling door een andere behandelaar geboden worden, met meer ervaring of expertise op het specifieke onderdeel. Misschien door een concurrent, een kleine zelfstandige of zelfs door een eerstelijns partij. Maar dat is nu dus niet mogelijk. Er lopen echt behoorlijk wat mensen rond die niet gebaat zijn bij dit systeem omdat ze met meerdere stoornissen kampen.
Ze hebben wel last van lange wachtrij in GGZ
En die groep wordt van behandelaar naar behandelaar verwezen om toch een compleet aanbod te krijgen. Dit gebeurt alleen niet gelijktijdig. Eerst moet het ene traject afgerond zijn, voordat het volgende kan starten. Dit zorgt naar mijn idee voor ontoegankelijke, suboptimale en niet-cliëntgerichte zorg; en draagt tevens bij aan de lange wachttijden.’
[1] DBC = Diagnose Behandel Combinatie. Het is een reeks van 9 getallen die iets zegt over de inhoud van de zorgactiviteiten. Een DBD heeft tot doel de kosten inzichtelijk te maken.
Modulair behandelen; eigenlijk een soort stapelen met blokken.
Behandelingen ‘inklikken’
Joris: ‘Ik ben een groot voorstander van modulair behandelen; eigenlijk een soort stapelen met blokken. Om passende zorg te realiseren kijk je samen met de cliënt naar waar deze last van heeft. Daarna stel je samen met de cliënt een zorgplan op dat alle onderdelen uit het totale aanbod benoemd.
Vervolgens houdt een regiebehandelaar zicht op de effecten van de complete behandeling die gelijktijdig meerdere stoornissen behandelt. Die regiebehandelaar kan voor expertises die hij niet uit de eigen organisatie kan halen, externe behandelaren ‘inklikken’. Het is de taak van de regiebehandelaar het geheel te monitoren. En om periodiek met alle betrokken partijen te evalueren. Het liefst op objectieve gronden met meetinstrumenten, wat naast de persoonlijke ervaring van de behandelaar en de cliënt gelegd wordt.
En zo ga je kort-cyclisch werken en hoeft de cliënt zich niet meer te voegen naar één zorgaanbieder. Als blijkt dat iets niet, of juist wél, werkt voor die persoon, heb je meer vrijheid en flexibiliteit dan nu. Dit geeft de cliënt meer keuze en is een volledig aanbod toegankelijker. Bovendien kunnen aanbieders zich echt specialiseren in een module. Dan werk je dus structureel aan hogere kwaliteit.’
Dit is pas echt innoveren!
Voorwaarden modulair behandelen die gehele zorg hervormen
- Een belangrijke voorwaarde is dat vooraf een zeer goede diagnose gesteld wordt. Niet meer op de categorieën uit het DSM. Want er zijn teveel factoren van invloed die meespelen binnen bepaald gedrag. De categorieën uit de DSM overlappen bovendien en zijn dus weinig accuraat. Een diagnose stellen, mede op basis van transdiagnostische factoren, is beter. Dit zijn onderliggende mechanismen die leiden tot meerdere problemen of stoornissen. Een van die mechanismen is bijvoorbeeld de mate van beloningsgevoeligheid; die ligt aan de basis van onder meer verslaving, depressie en eetstoornissen.
- Aan de voorkant moet het heel duidelijk zijn wat een module inhoudt en hoeveel tijd deze kost. Dan kun je daar de cliënt (en de behandelaar) over informeren en krijg je duidelijkheid en commitment. Bovendien biedt het streven om de module binnen een bepaalde tijd af te ronden ook leerpunten. En dat verhoogt uiteindelijk de kwaliteit van die individuele behandeling maar ook van het moduleaanbod in zijn algemeenheid.
- Het aanbod moet als passende zorg beleefd worden. Laten we dus niet gaan behandelen op stoornissen waar de cliënt geen last op ervaart. Een ander element van passende zorg is dat de zorg dichtbij is. En daarmee bedoelen we niet per se fysiek dichtbij maar ‘toegankelijk’. En dat zou dus ook digitaal kunnen zijn.
Voordelen van modulair behandelen via Welshop
Ger: ‘Joris nam ons mee in zijn ideeën over modulair behandelen en heeft ons daarin erg geïnspireerd. Wij vroegen ons direct af hoe we dit kunnen verwerken in onze 100% digitale omgeving.’ Joris: ‘Ik denk dat Welshop een efficiency, cliëntgerichtheid en toegankelijkheid kan bieden die heel wenselijk is. Bovendien kan Welshop een middel zijn hierover veel kennis te delen. Ger: ‘Ja, dat kan heel veel opleveren. Juist vanwege de innovatieve basishouding die wij én onze partners bezitten. En omdat fysieke afstand geen rol meer speelt, kunnen we cliënten vanuit heel Nederland bedienen. Welshop blijft natuurlijk online. Maar in de toekomst kunnen ook aanbieders die cliënten in hun behandelkamer zien, een onderdeel uit het online aanbod inzetten. Het is dus niet of de ene wereld, of de andere. Ik denk dat dat fysiek en online hiermee heel dicht bij elkaar gaan komen.’
Innoveren = dromen en leren
Ger: ‘We gaan het nu uitproberen. We onderzoeken samen met een bureau hoe zo’n klantreis er vanuit een aanbieder uitziet. Tevens hebben we samen met Tacton, een van onze partners, de eerste stappen gezet om een pilot op te zetten. Daar gaan we van leren en daar gaan we over communiceren. Bovendien moeten we ook ervaren hoe alles wat wij bedacht hebben, vertaald moet worden naar een digitaal platform: hoe ziet dat eruit, hoe werkt het proces, hoe bestel je, hoe zorg je ervoor dat de client en de aanbieder geïnformeerd zijn? Ook zijn we samen met CZ aan het nadenken over de bekostiging.
En wat er we leuk vinden en waar we ook goed in zijn: we hebben geen voorbeeld. We bevinden ons dus echt in een leerfase. Daarom past het ook zo goed bij ons; dit is innoveren! Onze toekomstdroom voor onze klanten is, dat we modulaire behandelingen via Welshop kunnen gaan aanbieden. En als de overheid mee wil bewegen kan dat over vier jaar staan. Maar we kunnen, als het goed is, volgend jaar de pilot met Tacton al starten.’