Voor zorgaanbieders zijn er meerdere redenen waarom digitaal behandelen goed werkt. Namelijk de flexibelere werkuren, het kunnen helpen van meerdere cliënten per dag, het niet gebonden zijn aan een locatie en het besparen van kosten spelen een rol. Maar hoe zit het met het besparen van kosten?
Om te kijken hoe online behandelen zich verhoudt tot fysiek behandelen, hebben we afgelopen jaar samen met onze partners een benchmark opgezet. In het Integraal Zorg Akkoord (IZA) staat aangegeven dat er 6% efficiënter gewerkt dient te worden met behulp van digitalisering. Dit wilden we toetsen door middel van de benchmark.
Data delen is een belangrijk onderdeel in het digitaliseren en ontwikkelen van online behandelen. In de benchmark hebben we bij onze partners o.a. de Kosten per Unieke Client (KPUC) uitgevraagd, het gemiddelde en de mediaan van de Zorgvraagtypering (ZVT), het aantal consulten per cliënt en de duur ervan. De resultaten hebben we met iedere partner apart besproken en geanalyseerd.
De overall conclusie die we kunnen trekken is, dat de in het IZA beschreven 6%, ruimschoots behaald wordt. Bij online behandelen is de totale behandelduur korter dan bij fysieke behandeling. En er zijn minder consulten nodig, omdat de cliënt tussen de consulten in actief met de materie aan de slag gaat. Wel ligt de duur van de consulten online in minuten wat hoger. De KPUC van online behandelen binnen de basis ggz is lager. Online behandelen is efficiënter en dus goedkoper dan fysiek behandelen. En met de wetenschap dat de resultaten van de behandeling hetzelfde zijn, zou online behandelen meer omarmd moeten worden.